Downloadlijst
I
Account

Groenten zaaien met kleuters

Korte beschrijving

  • Activiteit: Research planten
  • Kerndoel: Het verschil tussen de zaden laten zien en leren hoe je zaadjes kunt laten groeien. Gebruik van de fijne motoriek.
  • Groep: Kleuters
  • Aantal kinderen: 10
  • Tijd: 20 minuten
  • Seizoen: Voorjaar, Zomer
  • Waar: Binnen / Buiten

Wat gaan we doen

  • Leerlingen mogen de zaden vastpakken, bekijken en er aan ruiken. Wie herkent ze?
  • Vertel over het groeiproces en verschillende diepten van zaaien.
  • Naam van leerlingen op de potjes en ook de naam van de zaadjes die er in gaan.
  • Water geven en kijken wat er gaat gebeuren. Tuinkers kunnen we al na 1 week proeven.

Beschrijving

Activiteit: Research planten

Kerndoel: Het verschil tussen de zaden laten zien en leren hoe je zaadjes kunt laten groeien. Gebruik van de fijne motoriek.

Groep: Kleuters

Aantal kinderen: 10

Tijd: 20 minuten

Seizoen: Voorjaar, Zomer

Waar: Binnen / Buiten

Materiaal
  • 20 Plantenpotjes
  • Tuinaarde
  • Zakjes met zaden van tuinkers
  • Zakjes met zaden van Rucola
  • Zakjes met zaden van Spinazie
  • Zakjes met zaden van Radijs
  • Pompoen zaadjes
  • Courgette zaadjes
  • Tape
  • Dikke stift
Randvoorwaarden:
Gerelateerde opdrachten:
  • Paprika proeven en zaaien
  • Bruine bonen zaaien
  • Bouw en groei van een plant

Opletten:
  • leerlingen opmerkzaam maken dat ze de zaadjes goed vasthouden zodat ze niet meteen op de grond liggen en zo kwijt raken.
Wat gaan we doen
  1. Laat aan de kinderen de zakjes met verschillende zaden zien.
  2. Leerlingen mogen de zaden vastpakken, bekijken en er aan ruiken.
  3. Wie herkent de zaadjes? Kunnen we de zaden benoemen?
  4. Vertel wat een zaadje gaat doen als hij water en warmte krijgt (zie leerkrachten informatie).
  5. Leg ook uit hoe diep de zaadjes geplant moeten worden. De meeste bovengenoemde zaden zijn lichtkiemers. Dus oppervlakkig uitstrooien is al goed.
  6. We schrijven de namen van de leerlingen op de potjes en ook de naam van de zaadjes die ze in het potje gaan doen. Ook of het kleine of grote zaadjes waren (met de tape).
  7. Leerlingen vullen de potjes met tuingrond. Elke leerling vult 2 potjes.
  8. Leerkracht deelt zaadjes uit. Van de kleine bv 10, de middelgrote 5 en de grote 1.
  9. Zorg dat de potjes genoeg water en warmte krijgen (ook na deze les).
  10. Na een week kunnen we bekijken wat er in het potje boven de grond groeit.
  11. Tuinkers kunnen we al na 1 week proeven.
Achtergrondinformatie leerkracht 

Ontkiemen van een zaadje gebeurt door water en warmte (en soms koude).

Beeld uit dat een zaadje eerst diep ligt te slapen en dan bij het blootstellen aan water en warmte hij zijn “jas uitdoet” en gaat groeien. De kinderen mogen dat nadoen.

Het opkweken van tuinkers, rucola, spinazie, radijs, courgette en pompoen is redelijk makkelijk. Er is alleen water, licht en warmte nodig. Je kunt ze makkelijk in de klas opkweken.

Soorten kiemers en zaai instructie::

  • Lichtkiemers: Zaden die op de grond worden verspreid en eventueel bedekt met een klein laagje grond. Deze zaden hebben direct zonlicht nodig om te kiemen.
  • Donkerkiemers: Zaden die in de grond worden gestopt en geen direct zonlicht nodig.
  • Koudekiemers: zaden die eerst een koude periode moeten hebben doorgemaakt en daarna kiemen.
  • Warmtekiemers: zaden die een temperatuur van 20 C nodig hebben.

Gerelateerdeopdrachten

Wanneer je op de foto van een opdracht klikt komt er een kleine beschrijving te staan van de opdracht.

Partners